jan 26 2016

Dekker juicht meervoudig schooladvies toe

Bron: http://nos.nl/artikel/2081599-dekker-juicht-meervoudig-schooladvies-toe.html

ANP

Staatssecretaris Dekker vindt het een goed plan dat leerlingen in groep 8 van de basisschool weer vaker een advies kunnen krijgen voor meerdere schoolsoorten.

Hij zei dat in een debat met de Tweede Kamer. Een meerderheid vindt het onwenselijk dat scholen nu kinderen doorverwijzen naar bijvoorbeeld alleen de havo of het vwo. Volgens PvdA, SP, CDA, D66, GroenLinks en Groep Kuzu/Öztürk moet een meervoudig advies zoals havo/vwo of vmbo/havo weer meer mogelijk worden.

Het advies van de basisschool is nu leidend. De uitslag van de Citotoets speelt daarbij in principe geen rol meer. Maar de partijen in de Kamer wijzen erop dat basisscholen hun oordeel toch nog vaak baseren op de uitkomst van de eindtoets en dat ze geen meervoudig schooladvies geven, omdat middelbare scholen daar geen genoegen mee zouden nemen.

Thuissituatie

SP-Kamerlid Siderius vindt dat een kind het voordeel van de twijfel moet krijgen als het op het randje zit van twee schoolsoorten. “De leraar ziet het kind het hele jaar. Als een docent dan een meervoudig advies wil geven, moet dat kunnen”, aldus de SP’er. Volgens haar is de Citotoets vaak maar een momentopname. Ook andere factoren, zoals de situatie thuis, spelen een rol.

De staatssecretaris benadrukte nog eens dat basisscholen zich niets moeten aantrekken van eventuele bemoeienis van de middelbare school. “Bestuurders van basisscholen moeten hun rug recht houden. Alleen zij gaan over het advies”, aldus Dekker. Hij vindt dat basisscholen en middelbare scholen beter moeten communiceren, ook met de ouders van het kind.


jan 26 2016

Vaker havo- of vwo-advies plaatsing leerlingen groep 8

Bron: http://nos.nl/artikel/2081711-vaker-havo-of-vwo-advies-plaatsing-leerlingen-groep-8.html

Leerlingen uit groep 8 kregen vorig jaar gemiddeld een hoger schooladvies. Tot die conclusie komt de Maastrichtse hoogleraar Jaap Dronkers na bestudering van cijfers van het ministerie van Onderwijs.

Uit die cijfers blijkt dat van alle kinderen die naar het voortgezet onderwijs gingen, 37,4 procent op havo of vwo terecht kwam, 1,5 procentpunt meer dan het jaar ervoor. Dronkers concludeert uit deze plaatsingscijfers dat de adviezen dan ook hoger geweest moeten zijn. In vorige jaren was er nooit zo’n sterke stijging. Dronkers schrijft de stijging toe aan de verandering in het systeem: het oordeel van de leraar is nu belangrijker dan de score op de Cito-eindtoets.

Naar welke schoolvorm gaan leerlingen na groep 8? (in percentages)

2012 2013 2014 2015
vmbo 64,2 64,6 64,1 62,5
havo/vwo 35,7 35,4 35,9 37,4

Staatssecretaris Dekker meldde in december nog dat het niveau van de schooladviezen ongeveer gelijk was gebleven. Dronkers: “Dat klopt ook. De cijfers over adviezen tonen weinig verschil. Maar als je naar de plaatsingscijfers kijkt, zie je wel een stijging. En dat is vreemd, want in het nieuwe systeem moeten de adviezen leidend zijn, en zou er dus geen verschil moeten zijn tussen adviezen en plaatsingscijfers.”

Een woordvoerder van het ministerie van Onderwijs zegt dat niet meteen duidelijk is waar deze verschillen vandaan komen. “Verschillende verklaringen zijn mogelijk, wij hebben de heer Dronkers uitgenodigd om met onze specialisten samen naar de cijfers te kijken.”

Sommigen hadden de ‘adviesinflatie’ al verwacht bij de invoering van het nieuwe systeem. Mondige ouders zouden het advies kunnen beïnvloeden door de leerkracht onder druk te zetten. Ook werd gevreesd voor een groeiende sociale ongelijkheid: een toets geeft een kind uit een achterstandswijk dezelfde kansen als een kind uit een villawijk, maar een leerkracht laat de achtergrond misschien een grotere rol spelen. Dronkers heeft er geen geheim van gemaakt dat hij ook bang is voor dat laatste.


mei 7 2013

Havo en vwo voor dorpsjeugd te ver weg

Leeuwarden | Havo- of vwo-onderwijs moet beter bereikbaar worden voor kinderen uit afgelegen kleine dorpen. Alleen dan worden het talent van de leerlingen uit deze dorpen voldoende benut. De overheid zou aan dit probleem meer aandacht moeten besteden. Dit stelt het Sociaal-Cultureel Planbureau (SCP) in De Dorpenmonitor, een landelijk onderzoek naar de verschillen tussen stad en platteland dat vandaag verschijnt.
Dat de kinderen op het platteland niet minder talentvol zijn dan in steden, blijkt uit de goede prestaties van deze leerlingen op de basisschool. Jaarlijks krijgt in plattelandsgemeenten 37 procent van de leerlingen een schooladvies voor havo of vwo, terwijl dat percentage in steden op 31 ligt.
Desondanks zijn er op het platteland toch relatief veel kinderen die kiezen voor een lagere vervolgopleiding. Volgens het SCP, dat het onderzoek deed in opdracht van het kabinet, komt dit deels doordat havo’s en vwo’s minder goed bereikbaar zijn. Voor 25 procent van de inwoners van kleine afgelegen dorpen in Nederland zit de dichtstbijzijnde school op tien tot vijftien kilometer afstand. 1 procent van de leerlingen moet zelfs verder dan twintig kilometer reizen. Overigens zouden de inwoners op het platteland ook minder ambitieus zijn, zoals de Onderwijsinspectie vorige maand ook al concludeerde.
Eelke Nutma van Doarpswurk, de koepel van dorpsbelangen, herkent dit probleem niet meteen. ,,In Fryslân is de reisafstand voor leerlingen uit dorpen en sommige steden bij het IJsselmeer en op de Waddeneilanden wat groter. Maar ik vind het moeilijk om te zeggen dat deze afstand sterk meespeelt bij het maken van de schoolkeuze. Volgens mij speelde dat twintig jaar geleden veel meer dan nu. De mobiliteit is groot genoeg.”
Het opleidingsniveau ligt in dorpen, mogelijk mede door deze reisafstand, een stuk lager dan in de stad. Daar staat tegenover dat bewoners van het platteland een stuk positiever zijn over hun woonsituatie. Dit geldt niet alleen voor de rust en de ruimte, maar ook voor bijvoorbeeld geuroverlast en overlast van groepen jongeren. Op het platteland zegt 10 procent van de bewoners geregeld last te hebben van hangjeugd, tegenover 17 procent in de stad.

apr 26 2012

Laat leerlingen elkaar niet te snel beoordelen in voortgezet onderwijs

26 april 2012

Elkaars werk beoordelen hoort er bij in modern voortgezet onderwijs en in de moderne beroepspraktijk. Maar als leerlingen elkaars werk moeten beoordelen voor ze de lesstof goed beheersen, heeft deze leermethode een averechts effect. Dit stelt NWO-onderzoeker Marjo van Zundert, die op 4 mei aan de Universiteit Maastricht promoveert.

Van Zundert deed empirisch onderzoek op middelbare scholen voor havo en vwo om erachter te komen hoe leraren instructie geven over peer assessment en vooral of peer assessment ook goed werkt bij complexe leertaken in de huidige vaak complexe leeromgevingen. In alle experimenten werkten de leerlingen in een elektronische leeromgeving aan peer assessment-taken die betrekking hadden op lesstof rond het thema ‘onderzoek doen’.

Risico’s bij complexe taken

Van Zundert constateerde dat bij complexe taken peer assessment risico’s met zich mee kan brengen voor het leren en presteren van leerlingen. Het uitvoeren van een peer assessment is complex voor leerlingen. Als zij de taken die bij het vak en de lesstof horen, nog onvoldoende beheersen, kan het beoordelen van juist die taken van een medeleerling nadelig werken.

Niet te vroeg aan beginnen

Van Zundert: ‘Als docenten en onderwijskundigen zich ervan bewust zijn dat peer assessment hoge eisen stelt aan leerlingen, kunnen ze hier bij de instructie aan leerlingen rekening mee houden. Ook zouden leerkrachten pas aan peer assessment moeten beginnen als leerlingen de domeinspecifieke vaardigheden al beheersen.’

Afbouwende ondersteuning

Om leerlingen te ondersteunen bij het uitvoeren van peer assessment, lijkt een stapsgewijze instructie met afbouwende ondersteuning op domeinspecifieke taken ideaal. Bij afbouwende ondersteuning begint men de instructie met veel handreikingen voor de student. Naarmate de instructie vordert en de kennis en vaardigheden van de student toenemen, wordt deze support geleidelijk verminderd.

Elkaar beoordelen hoort er wel bij

Leerlingen in het voortgezet onderwijs beoordelen regelmatig elkaars schoolwerk – zogenoemd peer assessment. In het moderne onderwijs passen leraren deze methode vaak toe, als onderdeel van zelfgestuurd en samenwerkend leren door leerlingen. Bovendien is wederzijdse beoordeling één van de professionele vaardigheden die in veel beroepen nodig zijn. Er was wetenschappelijk echter nog weinig bekend over de effectiviteit hiervan en de mate waarin leerlingen hier zelf ook van leren.

Achtergrondinformatie

Het onderzoeksproject ‘Optimizing the effectiveness and reliability of reciprocal peer assessment in secondary education’ is gefinancierd door de Programmaraad voor het Onderwijsonderzoek, een onderdeel van NWO.

Meer informatie: Marjo van Zundert, mjvanzundert@hotmail.com


apr 26 2012

meer jongeren halen diploma

Steeds meer jongeren halen een diploma. In de afgelopen tien jaar is het aantal jongeren tussen de 18 en 25 dat een opleiding volgt of een havo-, vwo-, of mbo-diploma heeft behaald, flink gestegen. In 2001 lag dat aandeel op 81 procent, in 2011 was het bijna 89 procent.

Vooral het aantal jongeren van niet-allochtone herkomst en in de vier grote steden, bleven langer en succesvoller op school. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Marja van Bijsterveldt, minister van Onderwijs, heeft het terugdringen van schooluitval tot een van haar speerpunten gemaakt. Eerder dit jaar liet ze al weten dat het aantal jongeren dat zonder diploma van school gaat, het laatste decennium is gehalveerd. Het afgelopen schooljaar verlieten 38.600 jongeren voortijdig de school. De minister heeft als doelstelling om in 2016 het aantal uitvallers te hebben teruggebracht tot 25.000 jongeren.


apr 23 2012

‘Vrouwelijke technici inzetten tegen tekort ICT’ers’

7000 meisjes op excursie naar bedrijven tijdens Girlsday 2012

23-04-2012 11:32 | DoorSander Hulsman | Lees meer over het bedrijf: VHTO| Er zijn 18 reacties op dit artikel | Permalink
Meisjes en techniek

Landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek VHTO organiseert op 26 april Girlsday 2012. 260 grote en kleine bedrijven in heel Nederland openen tijdens deze dag hun deuren voor bijna zevenduizend meisjes van tien tot twaalf jaar met als doel de interesse voor bètawetenschappen, techniek en ict al op jonge leeftijd te wekken.

Bedrijven staan te springen om goed opgeleide technici. Met het dreigend tekort aan bèta/technici en ict’ers kan Nederland volgens VHTO de talenten van meisjes goed gebruiken. Tijdens Girlsday nemen meisjes deel aan diverse activiteiten door heel Nederland. Grote bedrijven als Shell, Cisco, Festo en Heijmans stellen hun deuren open voor meisjes en ook kleinere organisaties als scheepsbouwers, meubelmakers, theaters en gipskamers ontvangen meisjes uit zowel het basis- als voortgezet onderwijs. Zelf aan de slag gaan met proeven, programmeren, testen, ontwerpen en onderzoeken en actief bezig zijn met bèta, techniek en ict staan tijdens Girlsday centraal. Vrouwelijke technici en wetenschappers begeleiden de meisjes tijdens activiteiten.

Het is volgens VHTO belangrijk dat de participatie van meisjes en vrouwen in een opleiding en beroep in bèta, techniek en ict in Nederland wordt vergroot. Economisch gezien heeft Nederland vrouwelijke bèta/technici nodig om huidige en toekomstige vraagstukken het hoofd te kunnen bieden. Er kiezen al steeds meer jongeren in het voortgezet onderwijs voor exacte en technische vakken. Bij de meisjes steeg de belangstelling voor bèta/technische studies in het hoger onderwijs met 54 procent ten opzichte van 2000. In 2011 kiest bijna 50 procent van de meisjes uit 6-vwo voor een natuurprofiel. In 2003 was dit nog 37 procent. Meer acties zijn volgens VHTO nodig op vmbo en havo.

Masterplan Bèta en Technologie

Zoals onlangs in de kabinetsreactie op het Masterplan Bèta en Technologie, kiezen ook de ministers van EL&I, OCW en SZW samen met onderwijsinstellingen en bedrijfsleven voor een aanpak die meer jongeren overtuigt dat een carrière in de techniek de toekomst heeft. Minister Marja van Bijsterveldt: ‘Techniek heeft vaak onterecht een slecht imago. We gaan nu kinderen in gesprek brengen met enthousiaste technici, mannen en vrouwen. We nemen ze mee op excursies naar bedrijven. Zo kunnen ze zelf zien en horen wat een carrière in de techniek werkelijk inhoudt.’

Read more: http://www.computable.nl/artikel/nieuws/loopbaan/4495060/1458016/vrouwelijke-technici-inzetten-tegen-tekort-icters.html#ixzz1tdxuS7dA


apr 14 2012

Een op drie havo-docenten ondermaats, basisonderwijs ruim voldoende’

Nederland, Amersfoort, 13-11-09Hoornbeeck College.© Foto Merlin Daleman.De cijfers lijken vooralsnog niet voordelig uit te vallen voor leerkrachten in het voortgezet onderwijs. Foto NRC / Merlin Daleman

BinnenlandDe onderwijsinspectie concludeert uit eigen onderzoek dat bijna een op de drie leerkrachten op de havo niet voldoet aan de eisen. Op het vmbo is dit een kwart van de docenten, stelt Novum Nieuws. De resultaten worden woensdag pas officieel gepresenteerd.

Van de vmbo-docenten legt een kwart de stof niet goed uit en bij het vwo scoort een op de vijf onvoldoende. Basisschoolleerkrachten scoren beter: 86 procent krijgt een voldoende.

De Inspectie van het Onderwijs bezocht lessen van meer dan 2.500 docenten op basisscholen en middelbare scholen. Het gaat om een eerste meting, waardoor nog niet valt te zeggen of het niveau van leraren is gestegen of gedaald ten opzichte van voorgaande jaren.

Het onderzoeksrapport van de inspectie wordt woensdagochtend aangeboden aan de minister en staatssecretaris van Onderwijs Marja van Bijsterveldt (CDA) en Halbe Zijlstra (VVD).


apr 11 2012

Column: Piet Hein Debets – De pyramide van Kyle

REGIO | 11 april 2012 | reageer |  dichtbijredacteur

PURMEREND – De stelling van Pythagoras, de pyramide van Gizeh en de pyramide van Austerlitz. U heeft er vast weleens van gehoord. Maar dat er in Purmerend een pyramide van Kyle komt is voor velen nieuws. Over de pyramide straks meer.

 

‘Nederlandse kinderen blijven te vaak zitten’, kopte onlangs de Volkskrant. Ten opzichte van andere landen doen we het niet zo goed. Ruim een kwart van de Nederlandse kinderen van 15 heeft wel eens een jaar overgedaan en de laatste jaren neemt het aantal zittenblijvers toe. De Havo kent het grootste aantal zittenblijvers.

Er zullen veel oorzaken zijn: te hoge eisen, te weinig docenten, te hoge werkdruk, gebrek aan inspiratie en motivatie, verkeerde verwachtingen enzovoort. Hoe dan ook, er zijn genoeg redenen om de oorzaken te onderzoeken. Bij veel mensen bestaat de indruk dat de grootste problemen zich voor doen in het VMBO onderwijs. Het afvoerputje van onderwijsland. Ten onrechte! Juist in het VMBO-onderwijs wordt heel goed gekeken naar wat een kind kan leren en wil leren. Praktijkgericht onderwijs dat opleidt tot een echt vak.

Gelukkig kennen we dat soort onderwijs ook in Purmerend. Zo was ik onlangs op het College voor Beroepsonderwijs. Jongens en meiden zag ik sleutelen aan auto’s, ik zag ze lassen, timmeren en metselen. Metaal- en elektrotechniek in de praktijk. Mooi om te zien hoe die jonge mensen vol enthousiasme worden klaargestoomd voor een baan in de praktijk.

Het schoolplein bij het College wordt opnieuw ingericht. Schoolplein is niet het goede woord (meer); het wordt het nieuwe campusplein. Een architect ontwierp samen met leerlingen een inrichtingsplan. Eén van leerlingen, Kyle vond dat er op het plein een verhoging moet komen. Een verhoging waar je lekker kan zitten en die uitzicht biedt op een podium. Het podium biedt de mogelijkheid om optredens te verzorgen. Het idee van Kyle vond gehoor en wordt inmiddels uitgevoerd. Het gehele inrichtingsplan wordt – onder toeziend oog van vaklieden – uitgevoerd door VMBO-leerlingen en door medewerkers van Baanstede. De praktijk in optima forma. Mee-denken, mee-uitvoeren, mee-genieten. Hoe bedoelt u ´afvoerputje’?

Opeens stond er een zestienjarige puber voor me. ´Meneer´, zei een docent, ´dit is Kyle; de bedenker van de pyramide.´ Kyle reageerde een beetje terughoudend, verlegen. Nadat ik Kyle had gecomplimenteerd met zijn prachtige plan scheidden onze wegen zich weer. Ik keek nog even achterom naar Kyle. Ik meende een zekere trots bij hem te bespeuren. En terecht! Vele jaren nadat Kyle de school zal hebben verlaten en bezig is met een fantastische loopbaan in de techniek, zullen we nog spreken over ´de pyramide van Kyle´. Hoe zo ´afvoerputje´.


dec 30 2011

Duurzaamheidsfabriek op het Leerpark in Dordrecht

De door RAU ontworpen Duurzaamheidsfabriek op het Leerpark in Dordrecht heeft de prijs voor het ‘Beste duurzaamheidsplan’ van Nederland heeft gewonnen.

De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Financieele Dagblad schreven een landelijke prijsvraag uit voor duurzaamheidsprojecten die in uitvoer zijn of gaan. Herman Wijffels reikte als voorzitter van de jury de prijs uit.
Er werden ook prijzen uitgereikt in de categorieën ‘Beste gerealiseerde duurzaamheidsproject’ – winnaar gemeente Beesel – en ‘Beste gemeentelijk duurzaamheidsbeleid’ – winnaar gemeente Assen.
Broedplaats De Duurzaamheidsfabriek is een creatieve broedplaats voor duurzaamheid waar bedrijven en leerlingen samen op zoek gaan naar nieuwe, technologische oplossingen. Labs en werkplaatsen bieden ruimte voor praktijklessen. Daarnaast zullen bedrijven als HVC, Priva en Xcalibur en de Energiecoöperatie Dordrecht er een deel van hun bedrijfsactiviteiten huisvesten.
Studenten van VMBO, MBO én nascholende werknemers zullen er samen bezig zijn met duurzaamheid. In de toekomst zullen ook andere onderwijstypen als HAVO, VWO en HBO participeren.
Toepassingen Niet alleen de activiteiten in het gebouw zijn op duurzaamheid gericht, ook het gebouw zelf is zeer duurzaam. Het gebouw is duurzaam door het gebruikte materiaal, de energievoorziening, de natuurlijke ventilatie en de mogelijkheden tot hergebruik in de toekomst.
Het gebouw zelf is ook leerobject. Er wordt bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om krachtstroom te genereren met biomassa in plaats van op traditionele wijze. De gevel en het dak zijn voorbereid op duurzame projectopstelling.


dec 28 2011

“Hogescholen hebben karakteristieken criminele organisatie”

Arnold Heertje @ rtlz.nl  28 DEC 2011( LAATSTE UPDATE: 28 DEC 2011 )

Het hele artikel

In het voetspoor van de hogeschool Inholland zijn de hogeschool van Amsterdam en de hogeschool Windesheim in Zwolle in de belangstelling gekomen. Het wachten is op de volgende in de rij. Lees de column van prof. A. Heertje.

Criminele organisatie

Tot grote woede van Doekle Terpstra, tot voor kort voorzitter van de HBO-raad, typeerde ik in 2004 zijn hogescholen als instellingen met de formele karakteristieken van een criminele organisatie.

Op grond van de nieuwe feiten kan het woord ‘formele’ achterwege blijven. De meeste hbo’s zijn overwegend criminele organisaties, waarin studenten worden bedot, docerende medewerkers worden bedreigd en geïntimideerd en de managers zich grotelijks verrijken. De stoet zich in onschuld handen wassende leidinggevenden met boter op het hoofd wordt elke dag langer.

Valse cijfers en diploma’s

De stoet begint met Doekle Terpstra die dezer dagen in het nieuws kwam omdat Inholland onder zijn leiding nog steeds probeert geld binnen te halen door het geven van valse cijfers en diploma’s. Extern zegt Terpstra dat hij eindelijk voor kwaliteit gaat, maar intern is daar geen sprake van. De tweede in de optocht is Jet Bussemaker die zich rector magnificus van de hogeschool van Amsterdam laat noemen. Terwijl docenten die kritische geluiden laten horen door haar de wacht krijgen aangezegd, om financiële redenen exameneisen worden verlaagd en zonder prestaties cijfers en diploma’s worden gegeven, doet zij net of zij van niets weet. In samenhang met haar management is zij verantwoordelijk voor de kadaverdiscipline die onder haar bewind heerst en voor de onvoldoende kwaliteit van de opleidingen.

Continue reading